zaterdag 5 juni 2010
B
Borges
Sigma Delta’s Premio Jorge Luis Borges
Borges hield erg van de sprookjes van Duizend en één Nacht als Ali B en Aladdin. Hij schreef er bij herhaling over en noemde nacht 602 in een van zijn essays 'magisch onder de nachten': 'In die nacht verneemt de koning uit de mond van de koningin zijn eigen geschiedenis. Hij verneemt het begin van de geschiedenis, die alle andere behelst en ook - monsterlijkerwijs - zichzelf. Is de lezer wel doordrongen van het ontzagwekkende perspectief van die inlassing, het curieuze gevaar dat eraan vastzit? Dat de koningin zal doorgaan en de onbeweeglijke koning tot in lengte van dagen de beknotte geschiedenis van Duizend en één Nacht, nu oneindig en cyclisch, zal aanhoren?'Wie nacht 602 opzoekt in de pas voltooide reeks De vertellingen van-Duizend-en-één-Nacht zal niets van die aard vinden. Borges heeft zich zijn eigen, subtiele mystificatie veroorloofd. Waar zoveel anderen metterdaad verhalen inlasten om het getal 1001 vol te maken, beperkte hij zich tot een suggestie die de oneindigheid van het geheel nog eens onderstreept met een Droste-effect.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten