dinsdag 4 mei 2010
Oikos
Samen met architect Paul Engelman ontwikkelt zoon Ludwig een modernistisch huis voor zijn zuster, vrij van decoratie en met grote precisie in verhoudingen en maat. Hij geniet van het intellectuele werk en ontwerpt het huis tot in de kleinste details. Het resultaat lijkt in die stricte technische stijl dan ook op de Tractatus.
Wittgenstein spreekt een taal waarin het ornament een niet uit te spreken klank is; het is stilte.
Woorden en schaakstukken zijn analoog aan elkaar: weten hoe een woord te gebruiken is als weten hoe een schaakstuk te bewegen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Het huis van Wittgenstein doet zich voor als een gangbaar vertoon door de eenvoud van zijn geometrische organisatie waarbinnen de materialen ‘feitelijke toestanden’, van elkaar onafhankelijke elementen zijn, ( uit het een kunnen we niet het andere afleiden), maar in zijn geheel zijn ze logisch van elkaar afhankelijk.
In het interieur zijn geen in elkaar overvloeiende ruimten, polyvalente gebieden of differentiaties in niveau, die bij iemand als Loos het betekenisverlenende moment van zijn indelingssysteem vormen. Het interieur van het Wittgensteinhuis wordt gekenmerkt door bewegingen die men binair kan noemen. Men vergelijkt dit met de logica van Boole. Als men de schakelaar, dat wil zeggen de binnentrappen heeft overgehaald dan ziet men zich genoodzaakt om te kiezen. De trappen leiden niet naar een plaats, naar een feit, maar naar een dilemma; naar links of naar rechts, ja of nee, waar of onwaar. Men moet een mogelijkheid uitsluiten. Het is de situatie die in logische circuits gedefinieerd is als Dilemma. Het hele systeem van bewegingen in het voor wonen bestemde gebied is een systeem van dilemma’s. Het gaat om bewegingen die doodlopen. De ruimten zijn onderling niet verbonden.
Een reactie posten