donderdag 14 januari 2010
William Beckford: Vathek
Vathek was de negende kalief van de Abassiden, die al op vroege leeftijd de troon besteeg. Zijn uiterlijk was majesteitelijk, maar als hij boos werd, werden zijn ogen zo verschrikkelijk, dat de ongelukkige op wie hij ze liet vallen, ogenblikkelijk achterover viel en soms zelfs stierf. Zijn grootste hebzucht was zijn dorst naar kennis. Hij wou alles weten. Daarom bouwde hij een hoge toren, waarin een trap van 1500 treden om de sterren te bestuderen. Kort na Vatheks eerste bezoek aan de toren arriveerde er een vreemdeling in de stad, die zei een koopman uit India te zijn. Hij verkocht de meest zeldzame dingen die Vathek ooit had gezien. Zijn aandacht werd vooral getrokken naar een paar gloeiende zwaarden met letters erop. Nadat hij ze gekocht had nodigde hij de koopman uit bij hem te komen eten. Vathek vroeg hem van alles, maar de koopman beantwoordde niets, dus bekeek hij de koopman met zijn boze oog, maar die blikte of bloosde niet. Daarop liet Vathek de koopman in de kerker gooien, maar 's anderdaags lagen de bewakers op de grond, en de koopman was weg. Wie was die koopman, en welke bedoelingen had hij? En wat betekenden die letters op de zwaarden?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten