woensdag 17 juni 2009
wreed
Antonin Artaud in: “La Passion de Jeanne d’Arc “
De cineast Carl Dreyer was een meester in het scheppen van intimiteit op het filmdoek. Eén van de karakteristieken van zijn werk was het buitengewone gebruik van close-ups. Speciaal in de zwart/wit film “La Passion de Jeanne d’Arc “(1928), waarin de surrealistische schrijver Artaud een rol speelde.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Dreyer vond dat kunst op de één of andere manier de “geest moest shockeren”. Hij beschouwde dan ook het medium film als boodschapper van zielenroerselen, zijn gebruik van close-ups werd de kenmerkende manier waarop hij dat deed. Artaud was in zijn “Theater van de Wreedheid” eenzelfde mening toegedaan en ging zelfs zover dat hij het publiek in de zaal uitkafferde en beschimpte en aldus shockeerde.
Met uitzondering van een paar shots bestaat de film geheel uit close-ups, voornamelijk van gezichten. Het verhaal van Jeanne, zoals Dreyer het presenteert is vrij van elke anekdote. Het is alleen strijd van geesten en wordt geheel uitgedrukt door het gezicht, het gebied bij uitstek van zeggingskracht.
Maar er is meer te zeggen over zijn films , die ware cinematografische hoogtepunten zijn. Dreyer is, misschien met Eisenstein, de enige filmer wiens werk de waardigheid, eerlijkheid en krachtige élégance van de meesterwerken uit de schilderkunst evenaart. Dat was niet omdat hij erdoor werd geïnspireerd maar omdat hij het geheim van hun esthetische diepgang ontdekte. Hij is daarmee de gelijke van schilders uit de Italiaanse renaissance en van de Vlaamse Primitieven.
Een reactie posten